Stel je voor dat je een stuk code schrijft en je moet wachten op een antwoord van een server voordat je verder kunt gaan. Maar wat als je niet eindeloos wilt wachten en je gebruikers een vlotte ervaring wilt bieden? Hier komt de JavaScript-promise om de hoek kijken. Een JavaScript-promise is een krachtig hulpmiddel dat je in staat stelt om asynchrone taken uit te voeren zonder de uitvoering van je code te blokkeren. Wat is een JavaScript-promise precies en hoe kan het jou helpen bij het bouwen van geweldige applicaties? Dat ga je allemaal ontdekken in dit artikel.
Wat is een JavaScript-promise?
Een JavaScript-promise is een object dat gebruikt wordt om asynchrone operaties te beheren en het resultaat ervan te manipuleren. Het is een manier om aan te geven dat een bepaalde actie in de toekomst zal plaatsvinden, maar niet direct beschikbaar is. Met promises kunnen we ervoor zorgen dat code niet wordt geblokkeerd terwijl we wachten op de voltooiing van een operatie.
De basis van promises begrijpen
Om de basis van promises te begrijpen, is het belangrijk om te weten dat een promise drie verschillende toestanden kan hebben: pending (in afwachting), fulfilled (volbracht) of rejected (afgewezen).
Wanneer een promise in de pending-toestand is, betekent dit dat de operatie nog niet is voltooid en we wachten op het resultaat. Zodra de operatie is voltooid, zal de promise ofwel fulfilled of rejected zijn, afhankelijk van het resultaat.
Als de operatie succesvol is, zal de promise in de fulfilled-toestand zijn en kunnen we het resultaat ervan verkrijgen. Als de operatie daarentegen mislukt, zal de promise in de rejected-toestand zijn en kunnen we de foutmelding afhandelen.
Waarom promises gebruiken?
Promises bieden verschillende voordelen ten opzichte van traditionele callback-functies. Ze maken de code leesbaarder en gemakkelijker te begrijpen, omdat ze een gestructureerde manier bieden om asynchrone operaties uit te voeren en het resultaat ervan te behandelen.
Bovendien bieden promises een elegante oplossing voor het omgaan met fouten. Ze stellen ons in staat om de foutafhandeling op een centrale plaats uit te voeren, in plaats van overal in onze code aparte foutafhandelingen te schrijven. Dit maakt het gemakkelijker om fouten te vinden en te debuggen.
Daarnaast maken promises het ook mogelijk om complexe asynchrone operaties uit te voeren op een meer georganiseerde manier, door het ketenen van meerdere stappen. Dit helpt bij het vermijden van de zogenaamde “callback hell” waarbij callback-functies genesteld worden en de code onoverzichtelijk wordt.
Over het algemeen maken promises het schrijven van asynchrone code in JavaScript gestructureerder, leesbaarder en gemakkelijker te onderhouden.
Hoe werkt een promise?
Een promise is een object dat wordt gebruikt in JavaScript om asynchrone operaties te beheren. Het biedt een elegante manier om te werken met code die niet meteen resultaat oplevert, zoals het ophalen van gegevens van een server. Om een promise goed te begrijpen, is het belangrijk om te weten hoe het is gestructureerd en welke verschillende states het kan hebben. Daarnaast is het belangrijk om te weten hoe je met deze states omgaat, zodat je code betrouwbaar en robuust is.
De structuur van een promise
Een promise heeft een duidelijke structuur die bestaat uit drie mogelijke states: pending, fulfilled en rejected. Een promise begint altijd in de pending state, wat betekent dat de asynchrone operatie nog aan het uitvoeren is. Zodra de operatie klaar is, kan de promise overgaan naar de fulfilled state, als de operatie succesvol is voltooid. Als er echter een fout optreedt tijdens de operatie, gaat de promise over naar de rejected state. Elke state heeft zijn eigen betekenis en gevolgen voor de uitvoering van de code.
Promise states uitgelegd
Pending state: wat betekent het?
In de pending state bevindt een promise zich wanneer de asynchrone operatie nog niet is afgerond. Dit betekent dat de code die op de promise is gebaseerd, nog wacht op een resultaat. In deze state kun je bepaalde acties uitvoeren, zoals het toevoegen van callbacks om het resultaat van de operatie af te handelen zodra het beschikbaar is.
Fulfilled state: wanneer is de promise volbracht?
De fulfilled state is de staat waarin een promise terechtkomt als de asynchrone operatie succesvol is afgerond. Dit betekent dat het resultaat van de operatie beschikbaar is en dat je het kunt gebruiken in je code. Om het resultaat van een fulfilled promise te verwerken, kun je gebruik maken van de then
methode, die je in staat stelt om een callback functie te definiƫren die wordt uitgevoerd zodra de promise fulfilled is.
Rejected state: omgaan met fouten
Als er iets misgaat tijdens de asynchrone operatie, zal de promise overgaan naar de rejected state. Dit betekent dat er een fout is opgetreden en dat het resultaat van de operatie niet kan worden gebruikt. Om deze fout af te handelen en ervoor te zorgen dat je code niet vastloopt, kun je gebruik maken van de catch
methode, die je in staat stelt om een callback functie te definiƫren die wordt uitgevoerd als de promise rejected is.
Door de verschillende states van een promise te begrijpen en te weten hoe je met elke state moet omgaan, kun je betrouwbare en robuuste code schrijven. Met behulp van de then
en catch
methoden kun je gepaste acties ondernemen afhankelijk van het resultaat van de promise, waardoor je meer controle hebt over je asynchrone code.
Promises gebruiken in praktijk
In de vorige secties hebben we de basis van promises begrepen en geleerd waarom we ze moeten gebruiken. Nu gaan we kijken hoe we promises in de praktijk kunnen gebruiken.
Een promise aanmaken en teruggeven
Om een promise aan te maken en terug te geven, moet je de Promise constructor gebruiken. Deze constructor neemt een executor functie als argument, die op zijn beurt twee andere functies ontvangt: resolve en reject.
De resolve-functie wordt gebruikt om de promise als voltooid te markeren, terwijl de reject-functie wordt gebruikt om aan te geven dat er een fout is opgetreden.
Laten we een voorbeeld bekijken waarbij we een promise aanmaken die een reeks getallen genereert en pas resolve roept als de reeks compleet is:
“`javascript
function generateNumbers(min, max, amount) {
return new Promise((resolve, reject) => {
if (min > max) {
reject(new Error(“Minimaal moet kleiner zijn dan maximaal!”));
}
const numbers = [];
for (let i = 0; i < amount; i++) {
const randomNumber = Math.floor(Math.random() * (max - min + 1)) + min;
numbers.push(randomNumber);
}
resolve(numbers);
});
}
```
Het behandelen van het resultaat met then, catch en finally
Nadat je een promise hebt aangemaakt en deze is volbracht (resolved), kun je de resultaten ervan behandelen met behulp van de then, catch en finally methoden.
De then-methode wordt uitgevoerd wanneer de promise is volbracht en ontvangt het resultaat van de volbrachte promise als argument.
De catch-methode wordt uitgevoerd wanneer er een fout optreedt in de promise en ontvangt de fout als argument.
De finally-methode wordt altijd uitgevoerd, ongeacht of de promise is volbracht of afgewezen, en heeft geen argumenten.
Laten we de vorige promise-functie gebruiken en de resultaten behandelen met deze drie methoden:
“`javascript
generateNumbers(1, 10, 5)
.then(numbers => {
console.log(“De volgende getallen zijn gegenereerd:”, numbers);
})
.catch(error => {
console.error(“Er is een fout opgetreden:”, error.message);
})
.finally(() => {
console.log(“De promise is volbracht”);
});
“`
Kettingreacties van promises: hoe verbind je meerdere stappen
Een van de krachtigste aspecten van promises is het vermogen om ze aan elkaar te koppelen in opeenvolgende stappen. Dit wordt vaak aangeduid als een kettingreactie van promises.
Elke then-methode retourneert zijn eigen promise-object, wat betekent dat je meerdere stappen kunt verbinden door simpelweg de then-methode achter elkaar te ketenen. Hierdoor kun je complexe workflows maken met meerdere afhankelijke taken.
Laten we een eenvoudig voorbeeld bekijken waarbij we een promise creƫren die eerst een reeks getallen genereert en vervolgens het gemiddelde berekent:
“`javascript
generateNumbers(1, 10, 5)
.then(numbers => {
console.log(“De volgende getallen zijn gegenereerd:”, numbers);
const sum = numbers.reduce((a, b) => a + b, 0);
const average = sum / numbers.length;
return average;
})
.then(average => {
console.log(“Het gemiddelde van de gegenereerde getallen is:”, average);
})
.catch(error => {
console.error(“Er is een fout opgetreden:”, error.message);
})
.finally(() => {
console.log(“De promise is volbracht”);
});
“`
Met bovenstaand voorbeeld hebben we een promise-ketting gemaakt met twee stappen. De eerste stap genereert een reeks getallen en de tweede stap berekent het gemiddelde van die getallen.
Door then-methode te gebruiken om de resultaten van elke stap door te geven aan de volgende, kunnen we complexe acties uitvoeren in een gestructureerde en georganiseerde manier.
Geavanceerde promise patronen
In de voorgaande secties heb je geleerd hoe je eenvoudige promises kunt maken, gebruiken en opvolgen. Nu gaan we een stap verder en bespreken we enkele geavanceerde promise patronen die je kunt gebruiken om complexere code te schrijven.
Samengestelde promises met Promise.all
Soms wil je meerdere promises uitvoeren en wachten tot ze allemaal zijn voltooid voordat je verder gaat met de rest van je code. Dit kan handig zijn bijvoorbeeld wanneer je meerdere API-aanroepen wil doen en de resultaten ervan wilt combineren.
Met de Promise.all
methode kun je meerdere promises samenvoegen tot Ć©Ć©n grote promise. Deze promise zal pas worden voltooid wanneer alle meegegeven promises zijn voltooid. Als Ć©Ć©n van de promises wordt afgewezen, wordt de samengestelde promise ook afgewezen.
- Maak een array van de promises die je wilt samenvoegen.
- Gebruik de
Promise.all()
methode om een nieuwe promise te maken. - Zodra alle promises in de array zijn voltooid, wordt de samengestelde promise voltooid en krijg je een array van resultaten terug.
- Als Ć©Ć©n van de promises wordt afgewezen, wordt de samengestelde promise onmiddellijk afgewezen en krijg je de reden van afwijzing terug.
Bijvoorbeeld:
“`javascript
const promise1 = new Promise((resolve, reject) => {
setTimeout(() => {
resolve(‘Promise 1 is voltooid’);
}, 2000);
});
const promise2 = new Promise((resolve, reject) => {
setTimeout(() => {
resolve(‘Promise 2 is voltooid’);
}, 3000);
});
const promise3 = new Promise((resolve, reject) => {
setTimeout(() => {
resolve(‘Promise 3 is voltooid’);
}, 1000);
});
Promise.all([promise1, promise2, promise3])
.then((results) => {
console.log(‘Alle promises zijn voltooid’);
console.log(results);
})
.catch((error) => {
console.log(‘Er is een fout opgetreden’);
console.log(error);
});
“`
In dit voorbeeld worden drie verschillende promises aangemaakt die elk na een bepaalde tijd zijn voltooid. Door gebruik te maken van Promise.all
wachten we tot alle promises zijn voltooid voordat we verdergaan met de code in de then
callback. Als Ć©Ć©n van de promises wordt afgewezen, wordt de catch
callback uitgevoerd met de reden van afwijzing.
De eerste voltooide actie met Promise.race
Soms wil je meerdere promises uitvoeren, maar alleen de resultaten gebruiken van de eerste promise die voltooid is. Met de Promise.race
methode kun je dit bereiken.
Net als bij Promise.all
, geef je een array van promises mee aan Promise.race
. Het enige verschil is dat de race-methode slechts Ć©Ć©n resultaat teruggeeft: het resultaat van de eerste voltooide promise.
- Maak een array van de promises die je wilt ‘racen’.
- Gebruik de
Promise.race()
methode om een nieuwe promise te maken. - Wanneer Ć©Ć©n van de promises in de array is voltooid, wordt de race-promise ook voltooid en je krijgt het resultaat van de eerste voltooide promise terug.
- Als Ć©Ć©n van de promises wordt afgewezen, wordt de race-promise ook afgewezen.
Bijvoorbeeld:
“`javascript
const promise1 = new Promise((resolve, reject) => {
setTimeout(() => {
reject(‘Promise 1 is afgewezen’);
}, 2000);
});
const promise2 = new Promise((resolve, reject) => {
setTimeout(() => {
resolve(‘Promise 2 is voltooid’);
}, 3000);
});
const promise3 = new Promise((resolve, reject) => {
setTimeout(() => {
resolve(‘Promise 3 is voltooid’);
}, 1000);
});
Promise.race([promise1, promise2, promise3])
.then((result) => {
console.log(‘De eerste promise is voltooid’);
console.log(result);
})
.catch((error) => {
console.log(‘Er is een fout opgetreden’);
console.log(error);
});
“`
In dit voorbeeld worden drie verschillende promises aangemaakt die elk na een bepaalde tijd zijn voltooid of afgewezen. Door gebruik te maken van Promise.race
krijgen we alleen het resultaat terug van de eerste voltooide promise. Als Ć©Ć©n van de promises wordt afgewezen, wordt de catch
callback uitgevoerd met de reden van afwijzing.
Geavanceerde foutafhandeling
Soms willen we verschillende fouten afhandelen in onze code en specifieke logica uitvoeren afhankelijk van het type fout dat optreedt. Met promises kun je geavanceerde foutafhandelingsmechanismen implementeren.
Een manier om dit te doen is door een aangepaste error class te maken die je kunt gebruiken om specifieke fouten te identificeren. Je kunt deze class gebruiken om fouten te werpen binnen je promises en ze vervolgens af te vangen met de catch
callback.
Bijvoorbeeld:
“`javascript
class AppError extends Error {
constructor(message, code) {
super(message);
this.code = code;
}
}
const delay = (time) => {
return new Promise((resolve, reject) => {
setTimeout(() => {
const random = Math.random();
if (random < 0.5) {
reject(new AppError('Er is een fout opgetreden', 500));
} else {
resolve('De taak is voltooid');
}
}, time);
});
}; delay(2000)
.then((result) => {
console.log(result);
})
.catch((error) => {
if (error instanceof AppError) {
console.log(‘Aangepaste fout afgehandeld’);
console.log(`Code: ${error.code}`);
} else {
console.log(‘Onbekende fout afgehandeld’);
console.log(error.message);
}
});
“`
In dit voorbeeld hebben we een aangepaste error class genaamd AppError
gemaakt. Binnen een promise gebruiken we deze class om specifieke fouten te werpen en we vangen ze vervolgens af in de catch
callback. Hierdoor kunnen we onderscheid maken tussen verschillende soorten fouten en specifieke logica uitvoeren.
Door gebruik te maken van geavanceerde promise patronen zoals Promise.all
, Promise.race
en aangepaste foutafhandeling, kun je je code flexibeler en krachtiger maken. Profiteer van deze geavanceerde mogelijkheden om complexe taken uit te voeren en fouten op een elegante manier af te handelen.
Tips en trucs voor het werken met promises
Als je met JavaScript-promises werkt, zijn er verschillende best practices die je kunt volgen om betrouwbare en efficiƫnte code te schrijven. Dit zijn een aantal tips om je te helpen bij het opbouwen van betrouwbare promises:
Best practices voor het opbouwen van betrouwbare promises
1. Houd je code zo eenvoudig en leesbaar mogelijk. Vermijd onnodige complexiteit en overmatig gebruik van ‘callback hell’ (callback-inferno).
- Gebruik async/await waar mogelijk om je code lineair en gemakkelijker te begrijpen te maken.
- Verdeel je code in kleine, herbruikbare functies om het onderhoud te vergemakkelijken en de leesbaarheid te verbeteren.
- Maak gebruik van commentaar om de intentie van je code uit te leggen en anderen te helpen begrijpen wat er gebeurt.
2. Behandel fouten op een gestructureerde manier.
- Gebruik try/catch-blokken om exceptions af te vangen en vang specifieke fouten af om ze op de juiste manier te behandelen.
- Voer in de catch-blokken geschikte foutafhandeling uit, zoals het weergeven van foutmeldingen aan de gebruiker of het herstellen van de fout.
3. Zorg voor consistentie in je promise-ketens.
- Volg een consistente benadering bij het aaneenschakelen van meerdere promises, met behulp van then en catch-blokken.
- Houd rekening met het synchroniseren van meerdere promises door gebruik te maken van Promise.all of Promise.race waar nodig.
Veelvoorkomende valkuilen bij het gebruik van promises
Hoewel promises een waardevol hulpmiddel zijn bij het schrijven van asynchrone code, zijn er enkele valkuilen waar je op moet letten:
1. Vergeten om de catch-blokken toe te voegen
Als je aan een promise-keten werkt en je vergeet een catch-blok aan het eind toe te voegen, kunnen er onverwachte fouten optreden zonder dat je hiervan op de hoogte wordt gesteld. Zorg ervoor dat je altijd catch-blokken toevoegt om eventuele fouten af te vangen en op de juiste manier te behandelen.
2. Onvoldoende controle over het afhandelen van fouten
Het is belangrijk om voldoende controle te hebben over het afhandelen van fouten in je promise-keten. Als je fouten niet op de juiste manier afhandelt, kan dit leiden tot onverwachte crashes van je applicatie of potentiƫle beveiligingslekken. Zorg ervoor dat je de juiste foutafhandeling implementeert en de nodige maatregelen neemt om potentiƫle problemen op te lossen.
3. Gebrek aan aandacht voor asynchrone timing
Wanneer je met asynchrone code werkt, is het belangrijk om aandacht te besteden aan de timing van je operaties. Vertrouwen op veronderstellingen over de volgorde waarin promises worden opgelost, kan leiden tot bugs en onverwacht gedrag. Zorg ervoor dat je de timing en volgorde van je promises grondig begrijpt en test op verschillende scenario’s om eventuele timingproblemen op te lossen.
Door deze tips op te volgen en op de hoogte te blijven van de valkuilen bij het gebruik van promises, kun je de betrouwbaarheid en efficiĆ«ntie van je code verbeteren. Blijf oefenen met promises en gebruik ze in verschillende scenario’s om je vaardigheden verder te ontwikkelen.